maandag 7 juni 2010

Hallo mensen,

1.
Ik sluit me aan bij de onderwerp-keuze chaos en orde. Ik voel me het meest verwant met de formulering van Ruud.
Van de overheid wordt steeds meer verwacht, terwijl we tegelijkertijd steeds meer één van de partijen zijn. De analyse over netwerksturing uit het boekje de Boom en het Rizoom sprak me aan:
-Organiseer je als overheid flexibel, vorm je per onderwerp naar het maatschappelijk probleem
-De zwaartepunt van je organisatie moet verplaats worden naar de randen, daar waar de interactie met de buitenwereld plaatsvind.
-Creeer "tussenfuncties" op die rand van binnen- en buitenwereld. Dit zijn hele lastige functies waar nieuwe competenties voor nodig zijn. Dit sluit ook goed aan bij de analyse van Teisman: het gaat in een steeds complexere wereld steeds meer om de mens en minder om de functionaris.
Maar goed, hoe ga je dit in de praktijk doen. Je botst direct op de orde: op de bureaucratie. Volgens mij zijn er twee interessante oplossingsrichtingen. Ten eerste het vertrouwensconcept. Meer sturen met vertrouwen, dit vraagt heel wat in een hierarchische afrekencultuur. Het lijkt me lastig om een goede modus te bedenken voor de politieke verantwoordelijkheid, maar het lijkt me onontkomelijk. Een tweede is het stimuleren en je verhouden tot zelforganiserende netwerken: het uitlokken van maatschappelijke dynamiek, zonder het te smoren door het passend te maken binnen bestaand beleidskaders.
Dit laatste punt is denk ik interessant als het gaat over de verhouding burger - overheid die door sommigen al is genoemd. De huidige omgang lijkt failliet. In de volkskrant van zaterdag stond een zeer boeiend verhaal van Philip Blond over de noodzaak van zelfsturende netwerken. Hij ziet dit als een oplossing voor veel problemen. (Ik heb het artikel als pdf hier en hier in twee delen toegevoegd).
Je wilt als overheid dus participatie organiseren, maar welke overheidsrol past dan nog. In de Boom en het Rizoom wordt dit betrokken bescheidenheid genoemd. Dat past in de bestuurkundige stroming van beleidsmediatie. Die gaat er van uit dat participatieprocessen autonoom zijn, maar niet zelfsturend. Er is toch altijd een bepaalde vorm van design nodig. Dit kan heel zacht design zijn: in een netwerk moet de bereidheid zijn tot reflectie en gezamenlijk leren. In de stroming van beleidsmediatie in multistakeholder governance wordt dat gezien als een rol voor de overheid.
2 / 3 In mijn werk gaat de komende tijd het gebiedsgericht werken centraal staan. Dit heeft ontzettend veel kanten en implicaties. Daarin vind ik het een interessante vraag of het klassieke beleidswerk z'n langste tijd gehad heeft. In Den Haag gaan we de komende tijd drie wijken aanwijzen als leergebieden, om te onderzoeken of de beleidsafdelingen van OCW en de andere diensten beter kunnen samenwerken, wanneer het gebied centraal staat.
4. Ik heb laatst een lezing van professor Stone over regimes bijgewoond. Ik vond het erg leerzaam om in zijn verhaal ook internationale perspectief mee te krijgen. Ik zou dus ook willen pleiten voor enkele internationale docenten. Suggesties uit de hoek van de beleidsmediatie: Forester, Fung, Suskind, Innes, Podzeba, Sandrecock. Andere mogelijke docenten Hendrik Wagenaar, Pieter Tops. Terugzien: Van Twist, In 't Veld, Teisman.
Internationale Casus: In Seattle is in de jaren negentig succesvol de gemeentelijke organisatie gekanteld doordat de burgemeester een department of neighborhoods is gestart waar alleen maar mensen van buiten (community workers) in zijn aangesteld.
Tot morgen!
Rudmer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten